2
Als jullie dus enige bemoediging vinden in Christus, enige troost in zijn liefde, enige verbondenheid in de Geest, of enige genegenheid of mededogen, maak mijn vreugde dan compleet door gelijkgezind te zijn, één in liefdebetoon, één van ziel en denken, en door niets te doen uit geldingsdrang of verwaandheid. Wees daarentegen bescheiden: beschouw de ander als belangrijker dan jezelf, en let niet op je eigen belang maar op dat van de anderen.
Neem ten opzichte van elkaar dezelfde houding aan als Christus Jezus. Hoewel Hij de hoedanigheid van God bezat, maakte Hij geen aanspraak op zijn gelijkheid aan God, maar Hij deed er afstand van en nam de hoedanigheid van een slaaf aan door als mens geboren te worden. En toen Hij als mens was verschenen, verlaagde Hij zichzelf door gehoorzaam te zijn tot de dood – tot de dood aan een kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem een naam geschonken die alle andere namen overstijgt. 10 Daarom zal elke knie in de hemel, op aarde en onder de aarde buigen voor Jezus, 11 en zal elke tong belijden dat Jezus Christus Heer is, tot eer van God de Vader.
12 Beste vrienden, jullie hebben mij altijd gehoorzaamd. Nu ik niet bij jullie ben, vraag ik dat jullie met het grootste ontzag voor God jullie redding in praktijk brengen, nog meer dan toen ik nog bij jullie was. 13 Het is namelijk God die jullie de wil en de kracht geeft om te doen wat Hem vreugde geeft. 14 Doe alles zonder klagen of tegensputteren. 15 Dan zijn jullie zuiver en onschuldig, smetteloze kinderen van God te midden van de verdorven en corrupte mensen van nu. Dan zijn jullie voor hen als sterren aan de hemel. 16 Als jullie goed naar de boodschap van het Leven blijven luisteren, zal ik op de Dag van Christus iets hebben waarop ik fier kan zijn, omdat ik me niet voor niets heb ingespannen en niet tevergeefs heb gezwoegd. 17 Maar zelfs als mijn bloed zou vloeien en ik samen met jullie geloof als een offer aan God zou worden aangeboden, dan zal ik blij zijn en me samen met jullie verheugen. 18 Ook jullie mogen dan blij zijn en je samen met mij verheugen.
19 Ik verwacht dat de Heer Jezus mij binnenkort in de gelegenheid zal stellen, Timoteüs naar jullie toe te sturen, zodat ook ik mag worden bemoedigd wanneer ik te weten kom hoe het met jullie gaat. 20 Ik heb namelijk geen enkele medewerker die zo met jullie meeleeft en zich zo oprecht om jullie bekommert als hij. 21 Alle anderen streven hun eigen belangen na, niet die van Jezus Christus. 22 Maar jullie weten dat Timoteüs zijn waarde heeft bewezen en mij heeft bijgestaan in de verspreiding van het evangelie, zoals een zoon zijn vader bijstaat. 23 Daarom hoop ik hem te sturen zodra ik zie wat er met mij gaat gebeuren. 24 Ik vertrouw er echter op dat de Heer mij in de gelegenheid zal stellen, binnenkort zelf te komen.
25 Maar ik vind het nodig om Epafroditus naar jullie terug te sturen – mijn broeder, collega en strijdmakker, die door jullie was gezonden om mij te verzorgen toen ik dat nodig had. 26 Hij heeft namelijk heimwee naar jullie allen en maakt zich grote zorgen, omdat jullie hebben gehoord dat hij ziek was. 27 Hij is inderdaad ziek geweest, op het randje van de dood. God had echter mededogen met hem. (En niet alleen met hem maar ook met mij – Hij wilde niet dat ik nog meer verdriet zou hebben.) 28 Daarom wil ik hem zo graag sturen. Wanneer jullie hem weer zien, zullen jullie je kunnen verheugen en kan ik opgelucht zijn. 29 Verwelkom hem dus vol vreugde, als iemand die bij de Heer hoort, en houd mensen als hij in aanzien, 30 want hij is de dood nabij gekomen door zijn werk voor Christus. Hij zette zijn leven op het spel om mij de hulp te bieden die jullie mij niet konden geven.